Sommige gebeurtenissen in een mensenleven, toveren jaren later nog altijd een spontane glimlach op het gezicht. Memorabele momenten die aan je lijf blijven plakken, alsof er TEC7 mee gemoeid is. Neem nu de zoete tienerherinneringen aan een vakantielief. In de meest ongedwongen tijd van het jaar en misschien ook wel van je leven, ontmoet je iemand waarbij wederzijdse aantrekking vrij spel heeft. Spannend, kriebelend, romantisch, prikkelend, puur.
Die prettige gevoelens, ervaar je al bij het voorspel. Steelse blikken, golven geleidelijk aan over in momenten van net iets te lang en te diep in elkaars ogen verdrinken. Je laat je vrijwillig opsluiten in een magne-erotisch veld, waar elke begeerlijke blik je doet zweven.
En dan volgt de grote stap: het aanspreken. Zo’n gesprek verloopt meestal stuntelig, inhoudsloos en wordt ’geanimeerd’ met onnatuurlijke hinniklachjes. Maar het maakt niks uit: de in de lucht hangende elektriciteit, vonkt naar alle kanten. De zuigkracht naar elkaar toe, botst op geen enkele weerstand. Warm, teder, sensueel, lief, zacht, hemels. Zalig zoenen en zoenen en zoenen. Heel je lijf voelt: ik leef.
Ik was zeventien en had dat jaar mijn eerste meisje gekust. Het eerste lijntje geschreven op mijn ondertussen indrukwekkende privé-cv. Er volgde wat later nog een tweede meisje, zodat ik optimaal getraind was voor een zwoele zomer. Op de familievakantie met als decor de zee, gebeurde het. Als bij toverslag verscheen overal steeds hetzelfde mooie meisje. Speels, verleidelijk gelonk naar elkaar, liet niet lang op zich wachten. Haar wou ik van dichterbij leren kennen, dat was me al duidelijk na één ogen-blik.
Op een dag zie ik vanuit ons appartement dat meisje naar ’t strand wandelen, alleen. Meteen volgt het besef dat dit hét moment moet worden, dus ik zeg: ‘Ik ga schelpen rapen.’ Een onnozeler excuus om buiten te raken, kon ik zo snel niet verzinnen. Op de trap naar ’t strand, kruis ik het meisje. Shit, ze gaat terug naar boven. Ik knikte vriendelijk en zei gevat: ‘Dag’. Zij antwoordde zwoel: ‘Bonjour.’ Oei, toch een lichte domper: ze spreekt Frans!
Wat nu? Op mijn Frans staat namelijk een haardos van jewelste! Ik wandel nadenkend de golfbreker af, tot waar het water langs weerszijden ertegenaan klotst. Zonder één keer om te kijken. Zou ze mij achterna komen? Of zou dat onnozele schelpenemmertje in mijn hand haar afschrikken? Ik draai me om en zie haar nonchalant doch sierlijk, in mijn richting wandelen. Een gelukzalige siddering giert door heel mijn lijf.
Terwijl we elkaar naderen, tel ik in mezelf tot tien in het Frans. Beetje training kan geen kwaad, dacht ik. Dicht bij elkaar gekomen, weten we het niet zo goed. Er volgt enkel wat verlegen gelach, tot ze plots zegt: ‘Demain, je laisse à la maison. Ik antwoord ontgoocheld maar lieflijk: ‘Oh, c’est dommage. I stay encore one semaine à la mer avec ma mère.’ Om de één of andere reden heeft mijn Frans Angelsaksische trekjes. Complimentjes laten meisjes smelten, dus vlei ik: ‘Tu es very bella’. Liefdevol neemt ze mijn handen in de hare. Help, ik zweef!
Haar prachtige reebruine ogen, goddelijk gezichtje, stralende glimlach en wapperend kastanjebruin haar, schitteren in de kleurenpracht van de ondergaande zon. Veel zinnigs hebben we elkaar niet te zeggen, maar het gesproken woord is in deze situatie onbelangrijk. We willen allebei hetzelfde en dat is iets anders.
De daaropvolgende kus heeft nog steeds een plaats in mijn collectief geheugen. Zo perfect, zo donders lekker. Het maakte me kinderlijk blij en zelfs praatvaardig: ‘Oh la la la! Oh la la la! This is magnifique! Un moment to ne forget pas. Never of ma vie!’ Ze glimlachte lief. ‘Thanks, cher ami.’, fluisterde ze speels in mijn taal. We spraken af voor de dag van morgen en namen uitgebreid afscheid. Daarna ging ik schelpen rapen. Nooit deed ik dat zo enthousiast.
De volgende dag maakte ik met mijn meisje een lange, romantische wandeling. Hand in hand langs de waterlijn, elkaar liefkozend. De zomer leek nog nooit zo mooi. Nog voor de zon die dag onderging, verdween ze echter definitief uit mijn leven. Haar naam ben ik vergeten, doch vergeten ben ik haar niet. Ze tovert bij momenten nog steeds een spontane glimlach op mijn gezicht.
Bij deze wens ik u allen een magische vakantie toe. I wich tout le monde, a long été chaud!